Onze Piet woonde in Dongen bij mensen in en werkte er als schaapsherder. En op een gegeven ogenblik zei ons moeder: “ja vader je moet onze Piet maar naar huis halen”, ik zei: “maar moeder toch” “ja zei zij ik wil hem thuis hebben”. Ik zei, ik ga hem wel halen, en ik op de fiets naar Tilburg, hier ineens “Halt, terug komen jij”. Ik moest zeggen waar ik naar toe ging en mocht weer verder, over de Dongensedreef naar Dongen. Die mensen in Dongen huilde dat ik onze Piet kwam halen, ze wisten zich geen raad mee de schapen want ze konden hem niet missen. Ik zei: “ik kan er niets aan doen, ons moeder wil onze Piet thuis hebben”. Ik was weer blij dat ik heelhuids weer thuis kwam.
Ik weet nog dat die Smuldersmannen (Smolders) die woonden bijna aan de Beerse Bak, en ik zei zo tegen ons moeder en onze Jan “die Smuldersmannen hoe zou het daar mee staan, want dat zijn oude mensen”, en onze Jan zou gaan kijken. Onze Jan ging er naar toe en terwijl ze aan tafel koffie zaten te drinken schoten ze de koffiepot van tafel af. Ze schoten precies tussen die mensen door, dat vertelde onze Jan. Die zei ook “De hele buurt was vertrokken maar deze mensen hadden ze laten zitten”. Ik zei dat dat niet netjes was, ze waren zo blij toen onze Jan binnen kwam dat ze opsprongen van blijdschap. Het waren boeren en ze waren oppasser. Wij hebben die mensen toen meegenomen. Graad en Mina waren toen naar Toon Smolders gegaan, dat was een neef.
Comments are closed.