Eten (Ver)kopen en een Engelse piloot

Omstreeks 1943 kwamen de eerste mensen uit de stad voor eten te kopen, daar was veel te weinig,  brood bakken deden we zelf, en dat verkochten wij dan aan die mensen,  maar er kwamen er steeds meer,  totdat het veel te erg werd en wij alleen nog maar aan de  mensen verkochten die van het begin af gekomen waren. Alles werd door de Duitsers geregistreerd, en bij het dorsen stond dan ook een controleur bij, die kneep wel eens een oogje dicht, zodat wij wel wat weg konden zetten, en dat werd dan verstopt op een geheimen plaats Het graan gemalen krijgen ging ook wel, wij lieten het malen bij van Himbergen, of ook wel bij Peters in Oirschot net over de brug. Boter maakte we ook zelf en die werd ook verkocht aan die mensen uit de stad, ook wel eens fruit uit de boomgaard, die mensen wilden alles. Wat we mee maakten met een bakker uit Tilburg, het was denk ik in 1943. De man kwam bij ons en kocht boter, appels, peren en boontjes, hij pakte het allemaal op zijn fiets. Die was erg zwaar geladen waarop ik tegen hem zei : “als dat maar goed afloopt want als je ze zo zien fietsen zullen ze je wel aanhouden en dan ben je erbij”.  Hierop antwoorde hij dat hij dat niet zou zeggen waar het vandaan kwam.
Op 20 december 1943 was er ’s avonds om 9 uur in Oirschot een vliegtuig gevallen vooraan op de Eindhovensedijk, de piloot was uit het brandende vliegtuig gesprongen. De piloot was aan het zwerven gegaan in de richting Best en daar was hij bij een boer aangekomen, hij had een beschadigde voet opgelopen. De piloot kreeg bij die boer een klomp en eten en zo is hij ’s morgens op 21 december om 5 uur in de ochtend bij ons komen aanzetten. Ik liet de man binnen en deed het licht aan, toen zag ik pas dat het een piloot was, ik kneep hem wel daar wij maar 500 meter van de Duitsers af woonden die op het schijnvliegveld woonden.
Zuster Teepen, dat was de voedvrouw, zou wel komen praten met hem zo goed als het ging met het engels dat zij kende. Die zelfde dag was ze nog gekomen en ze bracht ook een woordenboek mee.  De piloot heette Jemmi Smiet (Jimmy Smith) en woonde in Dendie (Dundee) in Schotland, dat zijn we pas later te weten gekomen.
Piet Leermakers, hij was vee verloskundige, zat ook in de ondergrondse en kwam veel in Beers, ook bij ons. Ik heb met Piet Leermakers over de piloot gesproken, en die heeft ook met de piloot gesproken over de terugtocht naar Engeland. De piloot wilde toch liever weg gebracht worden door Leermakers. En zo kwam het dan op zekeren dag dat het zover was, wij gingen op de fiets weg. Piet voorop daarachter op 50 meter afstand fietste de piloot en op 100 meter afstand daarachter fietste ik. Wij hadden afgesproken als ze aan ons aan zouden houden dat we elkaar niet kende. Het liep allemaal goed af en kwamen veilig in Biesthoutakker aan, vanwaar hij verder gebracht zou worden.

Comments are closed.